Een aep met zyne jongens.
'Elck moeder mint haer eygen kint.'
De koddige natuer heeft aen den aep gegeven
Een wonderlicken aert; hy leeft gelijck wy leven,
Hy doet gelijck wy doen, jae self de malle beest
Volgt oock de menschen naer in zynen mallen geest:
Wat dat een mensch begint, hy denckt dat al zijn saken
Sijn t'eenemael volmaeckt en niet om naer te maken,
Al sijn zy vol gebreck: den aep zijn joncxkens hout,
Die doch soo leelick sijn, de schoonste van het wout.
Jacob van Zevecote (1596-1642)
skip to main |
skip to sidebar
Lelijk maar slim
Welkom op de blog van de gezelligste leesclub ter wereld
Blogarchief
Does
Lelijk maar slim
De ploeg
Wijsheid van de dag
Lees altijd dingen waarmee u een goede indruk achterlaat, mocht u tijdens het lezen ervan sterven. J.P. O'Rourke
1 comment:
So oock die oude malle wieve
Die al noch wille harte dieven
Sy peinst als sy in tspiegelglas
Sich siet dat geen so scoon en was
Sy sweert selfs niet die sonne claere
en schynte soals heur gulde haere
geen sirene in die diepte sogen
soals de lokroep harer ogen
geen rose rood geen bloede wonde
so rood en was als hare monde
geen sneeuw de winterklokjes torsten
so rein en blank als hare borsten
So peynst sy tegen tspiegelglas
Hoe suiver als geeneen sy was
Maer siet niet dat sy is geweest
En blijvet slechts een malle geest
Anna van Raemet
Post a Comment